De wereldwijde transportsector: Wat heeft de toekomst in petto na COVID-19?

De COVID-19-pandemie heeft een mobiliteitscrisis veroorzaakt, voornamelijk vanwege de fysieke afstandseisen en de noodzaak om besloten ruimten te vermijden, om de verspreiding van het virus te beperken. Dit heeft een rampzalig effect gehad op de mondiale vervoerssector¹, waarbij het passagiersvervoer door de lucht het zwaarst is getroffen. Volgens de IATA (International Air Transport Association) is het luchtverkeer in april 2020 met 94% op jaarbasis (YoY) afgenomen en zal het naar verwachting niet binnen enkele jaren terugkeren naar het niveau van vóór de COVID. Bovendien hebben ook andere segmenten van de vervoerssector (zeevaart, spoorwegen) te maken met een sterke verslechtering van hun activiteiten op mondiaal niveau, hoewel sommige markten (zoals het goederenvervoer per spoor tussen China en Europa) van de situatie profiteren. De crisis treft ook de planners en hun leveranciers, die voor hun financiële gezondheid sterk afhankelijk zijn van de vliegtuigactiviteit.

De impact van COVID-19 op het mondiale vervoer is des te belangrijker omdat de economische activiteit al voor de crisis vertraagde. Bovendien had de sector al te maken met verschillende problemen en uitdagingen, zoals de Boeing 737-crisis voor het luchtvervoer.

Over het geheel genomen verwacht Coface niet dat de sector zich vóór 2022 zal herstellen tot het niveau van het vierde kwartaal (Q4) 2019. In het centrale scenario van Coface zal de omzet van beursgenoteerde bedrijven in de mondiale vervoerssector in het vierde kwartaal van 2021 5% lager zijn dan in het vierde kwartaal van 2019. In een "risicoscenario" daarentegen, waarin een tweede golf van de pandemie zich in het derde kwartaal van 2020 voordoet, zou de omzet in het vierde kwartaal van 2021 27% lager zijn.

^{1 In de sectorevaluatiemethodologie van Coface wordt de vervoerssector onderverdeeld in verschillende segmenten: lucht-, zee-, weg- en spoorvervoer, die alle rekening houden met zowel het individuele als het vrachtvervoer. In deze studie richten we ons op het lucht- en spoorvervoer en op het vrachtvervoer over zee.}