Ondanks de recente bemoedigende indicatoren over de werkgelegenheid en de overheidsfinanciën heeft de Italiaanse economie moeite om op gang te komen. Achter de façade blijft de groei fragiel, gehinderd door stagnerende productiviteit en aanhoudende structurele uitdagingen.
Trage groei vertraagt herstel na pandemie
In het tweede kwartaal van 2025 daalde het Italiaanse bbp met 0,1% ten opzichte van het voorgaande kwartaal, de eerste krimp in twee jaar, wat de kwetsbaarheid van de groei bevestigt (het land keerde pas eind 2024 terug naar het bbp-niveau van vóór de crisis van 2008). Deze krimp is voornamelijk te wijten aan de daling van de buitenlandse vraag, een gevolg van de zwakte van zijn belangrijkste handelspartners en geopolitieke onzekerheden. De goederenexport daalde in het tweede kwartaal met 2,2%, na een tijdelijke stijging in verband met de anticipatie op nieuwe Amerikaanse douanerechten. Tegelijkertijd blijft de consumptie van huishoudens traag, afgeremd door een laag vertrouwen en een koopkracht die ondanks de stabilisatie van de inflatie moeite heeft om te herstellen.
(data van de grafiek in .xls format)
Investering: het enige lichtpuntje
Investeringen, ondersteund door Europese fondsen uit het NGEU-plan (Next Generation EU), blijven de belangrijkste motor van groei. Het land, de grootste begunstigde in absolute termen, heeft al 122 miljard euro ontvangen, of 63% van de totale aan het land toegewezen middelen, ruim boven het EU-gemiddelde (49%). Deze middelen, die gericht zijn op structurele hervormingen en investeringen in strategische langetermijngebieden zoals digitale transformatie, ecologische transitie en sociale cohesie, zouden een blijvend multiplicatoreffect moeten hebben.
Werkgelegenheid: bedrieglijke vooruitgang
De arbeidsmarkt bevindt zich op een recordhoogte, met een werkloosheidspercentage van 6% en een arbeidsparticipatie van 62,8%. Maar achter deze cijfers gaat een meer genuanceerde realiteit schuil: de jobcreatie concentreert zich in sectoren met een lage productiviteit (bouw, retail, horeca) en komt vooral ten goede aan 50-plussers. Als gevolg daarvan daalt de productiviteit per hoofd van de bevolking, waardoor de vicieuze cirkel van trage groei wordt verergerd.
Overheidsfinanciën: een fragiele verbetering
Dankzij de begrotingsdiscipline en de geleidelijke afbouw van de 'Superbonus'1 werd het overheidstekort in 2024 gehalveerd tot 3,4% van het bbp. Deze verbetering stelde de markten gerust, waardoor de rente op staatsleningen daalde. Maar de schuld blijft hoog en de budgettaire manoeuvreerruimte is beperkt, vooral omdat de potentiële groei zwak blijft.
Italië heeft een centrale rol gespeeld in het herstel na de pandemie in Europa, maar de economie valt terug in haar oude gewoonten: de binnenlandse vraag stagneert, de buitenlandse handel staat onder druk en het land worstelt om tijdelijk momentum om te zetten in duurzame groei
Laurine Pividal, Econoom Zuid-Europa, Coface.
[1] De Superbonus, die in 2020 door de regering-Conte werd geïntroduceerd, bood genereuze fiscale voordelen van 110% voor energie-efficiënte woningrenovaties.